Kind, dier en homeopathie
In de regel komen kinderen met betrekking tot dieren en homeopathie met twee soorten vragen naar de praktijk. Vaak gaan die over allergische reacties van kinderen op huisdieren. Gelukkig is er op het gebied van de homeopathie veel mogelijk, zodat een kind toch van een huisdier kan genieten. De andere vraag betreft zieke huisdieren, waarbij het kind dat hiervoor zorgt zelf meegaat naar het consult. In zo’n geval is het dan vaak een knaagdier, dat naar de praktijk wordt meegebracht. Dit artikel gaat over een cavia, genaamd Max.
De klachten:

Max heeft jeuk en is bang.

Deze klachten begonnen toen hij een half jaar oud was.

Opmerkelijk is dat zowel de jeuk als de angst in dezelfde tijd begonnen zijn.
De situatie
Op het moment van consult heeft hij bijna 8 maanden jeuk waarbij hij bijt en krabt op zijn buik tot hij er gek van wordt. Er is wat rode uitslag die niet in verhouding is tot de hoeveelheid jeuk die hij heeft. Terwijl hij in een mini rennetje op tafel in de praktijkruimte staat, krabt hij bijna voortdurend op verschillende plaatsen van zijn buikje en maakt hij er ook piepende geluiden bij. Omdat hij zo schichtig en angstig is, kun je hem bijna niet meer optillen of aaien zonder hij in een schuilhokje vlucht. Als hij niet kan vluchten, dan bijt hij. Hij wil het liefst met rust gelaten worden en zit dan ook veel in zijn schuilhoekje. Als hij in een warme kamer staat wordt de jeuk erger.
Max woont in een gezin met 3 kinderen (5-7-9 jaar) die allemaal meegekomen zijn naar het consult en dat overkomt een homeopaat niet elke dag. Ook in een ander opzicht is dit consult bijzonder. Als docent homeopathie laat Hildegard Dijkgraaf vaak dieren tijdens de les komen en neemt zij het consult af terwijl de studenten erbij aanwezig zijn. Dat gebeurde ook bij Max. De kinderen en hun vader zaten vooraan in de banken terwijl één van hen, de oudste, het woord voerde. De rest keek ademloos toe. De spanning was voelbaar want na een aantal bezoeken aan de dierenarts bleek dat jeuk wel minder werd, maar deze kwam steeds weer terug. Bovendien bleef hij schichtig en beet hij nog steeds. De kinderen begrijpen dat de homeopathie zijn laatste kans is. Als hij niet geneest, heeft verder lijden geen zin. Je begrijpt dat dit zowel voor de kinderen als Max een heel verdrietige situatie is.
De aanleiding
De jeuk- en angstklachten zijn op hetzelfde moment begonnen. Op een middag zat hij in een rennetje met schuilhokje in de tuin. Op een gegeven moment was het gaan regenen en onweren, waarbij het heel hard donderde en bliksemde. Zijn baasjes waren vergeten dat hij in de tuin zat en toen ze hem voor de avond naar binnen wilden halen, zat hij als verstijfd in zijn schuilhokje. Vanaf dat moment was hij niet meer de oude en hebben de klachten zich verder ontwikkeld.
De oplossing
In onze praktijk kijken we naar de ontstaansgeschiedenis van de symptomen, ook wel de ‘aanleiding van de klacht’ genoemd. Dat is zeer belangrijke informatie, die Hildegard gebruikt als ‘ingang’ naar de oplossing. Het is ‘de bril’ waardoor zij naar een persoon of dier en zijn klacht kijkt. Het geeft de richting aan waarin de oplossing te vinden is. Zo kennen we in de homeopathie bijvoorbeeld middelen die helpen bij klachten na verdriet of klachten na erge schrik. Samen met de informatie over de klachten die daaruit ontstaan zijn, leidt dit naar de keuze van een homeopathische remedie; dus aanleiding van de klacht (je dood schrikken) en het gevolg hiervan (angst en jeuk). In het geval van Max wordt homeopathisch middel X ingezet. Dit middel kent ernstige klachten na schrik, waarbij de patiënt als het ware in de angst blijft hangen en de wereld zodoende als onveilig ervaart en daarnaast de jeukklachten, de behoefte aan rust en de verslechtering door warmte. We geven het middel in een zogenaamde ‘eenmalige’ dosis die langer werkt, zodat Max niet dagelijks hoeft worden lastiggevallen met de inname van een homeopathisch middel. Dat is zeker bij klachten met angst voor benadering en aanraken wel zo prettig.
Nadat we de kinderen hadden uitgelegd hoe hun cavia aan deze klachten was gekomen en dat hij waarschijnlijk wel te helpen was, waren ze duidelijk meer gerustgesteld. De kleinste twee hadden inmiddels hun belangstelling voor het consult verloren en begonnen op het bord te tekenen. Daarna besprak Hildegard met vader hoe het vertrouwen van Max in de kinderen het beste hersteld kon worden. Hiervoor werd ook een gedragsdeskundige ingeschakeld. De studenten merkten intussen op dat cavia’s groepsdieren zijn en beter niet alleen gehouden kunnen worden. Als het met Max beter gaat, krijgt hij een vriendinnetje. Daar zijn de kinderen het al snel over eens. Het advies is om eerst minimaal 14 dagen homeopathisch te begeleiden. Uit haar ervaring weet Hildegard dat zo het effect en succes van de gedragsmatige aanpak succesvoller en sneller zal zijn. Als de jeuk en de angst minder zijn geworden, zal Max beter in staat zijn nieuwe leerervaringen op te doen en vast te houden. Aan het eind van het consult is er inzicht verkregen en de kinderen mogen allemaal nog een vraag stellen. Er leeft eigenlijk maar één vraag: ‘wanneer wordt hij weer beter?’ Hildegard legt uit dat je binnen een week merkt of de jeuk minder wordt en hij zich minder angstig gaat gedragen. Hij komt dan bijvoorbeeld meer uit zijn schuilhuisje en zal minder snel terugschieten als er rond zijn rennetje wat gebeurt. Zij adviseert hem eerst rust te gunnen en in de komende 14 dagen niet op te pakken of proberen te aaien. Met vader maakt Hildegard een afspraak voor een telefonisch consult na 2 weken. Vol goede moed verlaten de kinderen met Max het klaslokaal.
Het verloop
Op het afgesproken tijdstip belt Hildegard met de vader: het gaat al een stuk beter met Max. Hij heeft minder jeuk, maar het is nog niet helemaal weg als er sprake van opwinding is. De cavia laat zich vaker zien en vlucht minder snel zijn schuilhuisje in als er beweging is rond zijn ren. Alleen als er meerdere kinderen tegelijk bij de ren zijn, is het nog wat moeilijk voor hem. Max gaat dus goed vooruit, maar hij is er nog niet.
Omdat Hildegard homeopathische middelen altijd in opgeloste vorm verstrekt, is het mogelijk om middel X te herhalen. Het moment is daar om contact te zoeken met een gedragskundige op het gebied van cavia’s. Na nogmaals 2 weken is er opnieuw telefonisch contact: de jeuk is weg. Alleen na een plotselinge of bijzondere gebeurtenis, zoals een luidruchtig verjaardagsfeestje, heeft hij nog eventjes de kriebels. De gedragsdeskundige is geweest en heeft samen met de kinderen de eerste succesvolle stappen gezet in het benaderen en aaien van Max. Over enkele dagen zal samen met haar een vriendinnetje geïntroduceerd worden.
Eind goed, al goed
Twee maanden na de start is Max helemaal stabiel en wordt de begeleiding stopgezet. De kinderen beleven weer veel plezier aan Max en zijn nieuwe vriendin. Na 2 jaar is hij nog steeds vrij van jeuk en angst.
Meer weten over homeopathie bij kinderen en dieren?
Lees dan verder bij onze praktijk of neem contact met ons op.